5 maart 2021

Evaluatie- en adviesrapport SRGO

Over het kritische Evaluatie- en adviesrapport SRGO – gemeente Goeree-Overflakkee – werd lang gesproken door de raad en wethouder Bruggeman.
Leest hier de bijdrage van de PvdA fractie (woordvoerder: Jaap Willem Eijkenduijn) aan het raadsdebat over de SRGO:

“Voorzitter

De fractie van de PvdA is nogal geschrokken. Zelden een extern rapport gezien dat zulke harde conclusies trok. Zowel bestuurlijk binnen de gemeente, organisatorisch binnen SRGO als in de relatie van de gemeente en SRGO. Als verantwoordelijk wethouder moet je je dan gaan afvragen “waar is het misgegaan?”. Ik hoop dat deze zelfreflectie ook gaat plaatsvinden.

Want het is toch vooral de wethouder, die de regie heeft gehad. De raad is door zijn voorganger nadrukkelijk naar de zijlijn verwezen. In verschillende debatten, gesprekken en moties is destijds gevraagd om de raad bij het proces te betrekken. In maart 2016 zijn er met de vorige wethouder felle debatten gevoerd door VKGO en PvdA. De raad wou betrokken worden. Het college had zelfs een juridisch rapport op laten stellen van 7 kantjes waarin ze uitlegden dat de raad niets te zeggen had over de oprichting van de SRGO. Steevast hetzelfde antwoord: “Dit is niet jullie bevoegdheid”. Dit houdt trouwens niet in, dat de raad zich naar de zijlijn had moeten laten verwijzen, want ook hier is zelfreflectie op zijn plaats. Hier moeten we te zijner tijd op terug komen.

De huidige wethouder is nu drie jaar bezig, maar heeft ook nog nooit uit zichzelf bij de raad aan de bel getrokken, dat er wat aan de hand is. Ieder kwartaal bestuurlijk overleg, maar geen enkele terugkoppeling naar de raad. Kortom: de raad was niet betrokken en is de laatste jaren ook niet betrokken geweest. Behalve om bij te storten, want dan is de wethouder er als de kippen bij.

Voorzitter.

Het doel van SRGO was destijds om bruisende accommodaties te krijgen waar van alles zou gaan gebeuren. Reuring in de kernen. De werkelijkheid is totaal anders. De burger is meer gaan betalen voor steeds minder dienstverlening. € 2,35 voor een kopje thee, het is bij de ratten af. Dorpshuizen worden hierdoor steeds minder gebruikt, ze worden steeds duurder, mensen vluchten naar nadere, vaak eigen, accommodaties. Hierdoor lopen de kosten op. En wij maar bijstorten. Samengevat: een mislukt project.

Voorzitter.

Maar eerst terug de bestuurlijke zelfreflectie. Termen als inadequaat, moeilijk te beoordelen bijdrage aan de beleidsrealisatie, ontbreken van integrale sturing, geen duidelijke governance, doel tussen SRGO en gemeente niet in lijn, en ga zo maar door. Het zal je maar gezegd worden. Ik zou stilletjes in een hoek gaan staan en me gaan schamen.

We zijn daarom zeer geïnteresseerd in de reactie van de wethouder op dit rapport. We weten dat hij de vlucht vooruit wil zoeken en dingen wil gaan aanpakken. Een nobel streven. Maar dat is de toekomst, daar kom ik straks op terug. Maar we moeten eerst het verleden analyseren. Uit het verleden kunnen we leren. Dus graag een reactie van de wethouder op het rapport. Deelt hij de conclusies? Voelt hij zich verantwoordelijk voor de conclusies?

Voorzitter.

En nu de toekomst. Hoe gaan we verder? Gaan we als raad de regie nemen, of nemen we onze kader stellende taak serieus en geven we het college concrete opdrachten hoe wij het willen hebben? Wat de PvdA betreft het laatste. Duidelijk opdrachten aan het college en eventueel een begeleidingsgroep vanuit de raad om vinger aan de pols te houden. Wat die opdracht moet zijn, daar moeten we eens flink met elkaar in gesprek, want ik schat zomaar in dat we daar niet allemaal hetzelfde over denken.

Wat ons betreft niet alleen een plan om SRGO weer gezond te krijgen, maar bijvoorbeeld ook de niet SRGO dorpshuizen. De brief van dorpshuis NT is hier een mooie illustratie van. 

En wie moet het dan gaan doen? Moet het college een onafhankelijke manager benoemen die de opdracht van de raad uitvoeren. En wie stuurt dan bestuurlijk het traject aan. Een paar dagen geleden zei Lilian Marijnissen “Je kan toch niet aan een pyromaan vragen de brand te blussen.” Ook hier zitten we mee.

Kortom, we zijn er nog niet. Laten we eerst een oordeel over het verleden vellen. Daarna een heldere opdracht voor de toekkomst formuleren en deze dan laten uitvoeren. Ik denk zomaar dat dit dossier nog wel een paar keer terugkomt in de raad.”

Voor zover in eerste termijn.