22 november 2013

Column: Europa en de PvdA-lijst


‘Aan wie heeft Goeree-Overflakkee het meeste?’ was de vraag toen ik aanbood een verslagje te maken van het PvdA-lijsttrekkersdebat Europa van half november in Rotterdam…

 

Door die bril bekeken is het gedoe binnen de vorige Europese fractie treurig. We hadden stevig  geïnvesteerd in onze contacten rondom de getijdencentrale en lokale windcorporaties en kunnen weer opnieuw beginnen.  Was het een debat op hoog niveau? De elfde verdieping van het Maassilo-gebouw staat daar borg voor, maar ook niet veel meer. Zelfs op die hoogte gaat Europa nog over me heen. Presentator Frenk van der Linden trachtte nog te prikkelen door kritiek voor te lezen op een eerder debat: ‘weinig onderscheidende napraters’. Met het verzoek een winnaar aan te wijzen ga ik het rijtje af; Robbert Baruch is een gewiekst debater die handig gebruik maakt van aangereikte ingrediënten. Hij speelde in op z’n verbondenheid als bestuurder van Rotterdam-Zuid. Het waarheidsgehalte van door hem geclaimde heldendaden kunnen alleen de insiders controleren. Hij pleit ervoor om Europa en lokaal met elkaar te verbinden. Indien dat betekent dat elke wethouder Europa kan benaderen ter financiering van een bouwplan is weinig vernieuwing te verwachten. Robert heeft een schare PvdA-kopstukken als fan om zich heen verzameld. Met z’n netwerk zit het dus wel goed.
Mevrouw Zita Schellekens is iets hoogs bij het Heineken concern. Niet vreemd dat ze er dan ook voor pleit om Europa er bovenop te helpen met ondernemingszin. Hierover een correct duurzaam en sociaal sausje gietend, biedt ze zichzelf energiek aan; ‘ze heeft er zin an’.
Een stem op Paul Tang is een stem op Bernard Narong, desgevraagd waren die lijsttrekkers bereid om ook op elkaar te stemmen. Om met Paul te beginnen, hij presenteert  zich als een gedegen econoom die op de centjes van Europa wil passen om zo werkgelegenheid te creëren. Het lijkt een reaalpolitieker die in de miljardendans voor het haalbare wil gaan. Paul tamboereert op de aanpak van zombiebanken, vindt dat Europarlementariërs pas op hun 67e met pensioen mogen en introduceert de Balkenendenorm in het Brussels ambtenarenkorps. Men zal sidderen als men die naam in Brussel hoort.
Het best voor het laatst bewarend gaat Bernard Narong voor een linkser Europa. Volgens hem zijn de open grenzen gunstig voor het kapitaal maar moordend voor de arbeidsomstandigheden. Daarom pleit hij voor arbeidsinspectie op Europese schaal. Bernard boogt op ervaring in het Europarlement en als fractiemedewerker kunnen we hem geen verantwoordelijkheid toeschuiven voor het gekrakeel dat onze laatste fractie veroorzaakt heeft.

Frank Boerboom